Na de arrestatie
Frans bekende dus de dubbele moord op zijn oom en tante.
ZIjn bekentenis
“Ik was voor de nacht van 22 op 23 oktober nachtlogies
komen vragen bij mijn nonkel en tante, welke zij mij geredelijk toestonden.
Ik mocht op de zolder slapen. Zij sliepen beneden in de alkoof. Ik begaf
mij rond 9 uur naar de zolder en overlegde mijn plan. Ik wandelde op en
neer. De uren gingen zeer langzaam voorbij. Buiten was alles stil gelijk
op een kerkhof en ik kon duidelijk het slaan van de klokken horen. De
klok sloeg 12 uur. Ik was gejaagd, mijn hart klopte sneller ik ademde
moeilijker. Voorzichtig daalde ik de ladder af zonder gerucht te maken.
Ik stroopte mijn mouwen op, nam het kapmes dat tegen de schoorsteen
stond en met de eerste slag onthoofdde ik mijn nonkel. Nu sprong de
vrouw uit bet bed, vluchtte de kamer uit. Ik liep haar achterna daar ik
bang was dat zij naar buiten zou lopen en de buren zou wekken en zo
mij zou verraden. Ik had de bijl nog in mijn banden en haalde haar in,
juist toen zij de staldeur reeds half geopend had en de straat op wilde
lopen. Ik greep haar bij de kleren en zei dat zij mee binnen moest gaan.
Maar zij wilde niet naar binnen gaan. Zij bad en smeekte dat ik haar
moest loslaten. Dit duurde zeker een kwartier. Dan heeft zij zich tussen
de stalbeesten laten vallen, daar heb ik haar vermoord. Ware zij meege-
gaan en had zij gezegd waar het geld lag, dan had ik haar misschien niet
vermoord. Na de misdaad doorzocht ik het huis. Ik vond maar enkel 10
frank, enkele gouden juwelen, kleren en twee gespen, stopte alles in een
zak en ben direct daarna naar Turnhout gegaan naar de statie van de
ijzeren weg om met het konvooi van 5 uur naar Tienen te vertrekken, waar
ik ’s avonds aankwam. Ik vertelde aan mijn vrouw wat er gebeurd was
en voegde eraan toe ‘indien de doden dood blijven, zal er geen levende
ziel ooit een woord van weten’. Vrij vlug heb ik het goud verkocht, alsook
enkele van de gestolen voorwerpen in de ‘Berg van Barmhartigheid’. Sinds
de misdaad kan ik niet meer slapen en zie ik steeds beide slachtoffers
voor mijn ogen. Ik heb alles alleen gedaan. Er zijn geen medeplichtigen.”
Door deze bekentenis werd Ferdinand Goedleven vrij gelaten uit de gevangenis van Turnhout.